Duurzaamheid
Duurzaamheid is het sleutelwoord op dit bedrijf. De stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij. Het dak ligt vol zonnepanelen en op het bedrijf wordt maximaal gebruik gemaakt van machines die werken zonder fossiele brandstoffen. Ook in de fokkerij wordt gelet op duurzaamheid. Middels de melkcontrole worden de dieren met de beste duurmelk eigenschappen geselecteerd voor de fokkerij.
De geiten lammeren voor het eerst rond een leeftijd van 12 maanden af en vervolgens worden ze tenminste 730 dagen gemolken. De beste geiten worden geïnsemineerd of gedekt. Voor de fokkerij zijn de eerste jaren fokbokken aangekocht bij bekende fokkers, om op die manier een goede genetische basis als uitgangspositie te hebben. Zo werd bijvoorbeeld fokbok NH Hendrik aangekocht. Dit is de hoogstgeplaatste, nog levende fokbok uit de ELDA Bokken Top 100 van 2021.
Inmiddels worden eigen bokken gebruikt voor de fokkerij en van sperma van Geiten KI Nederland. Het bedrijf maakt deel uit van het fokprogramma van de Goat Improvement Company. De doelstelling is om een veestapel op te bouwen die persistent is, met goede duurmelkeigenschappen en een lange levensduur. De bokjes uit de beste geiten worden opgefokt om zelf in te zetten als fokbok of om te verkopen aan andere geitenhouderijen. De overige bokjes worden op het bedrijf afgemest.
Félize
Door de vakanties van Peter en Anja in de Oostenrijkse Alpen en Italiaanse Dolomieten en het bezoek aan de Agriturismo’s is het idee ontstaan om Félize op te richten. “Het viel ons altijd op dat deze Agriturismo bedrijfjes op een unieke manier hun eigen producten maakten zoals groente, vlees en zuivel”, vertelt Anja. “Dit kwam dan natuurlijk van hun eigen dieren of land. Wij konden nooit begrijpen hoe deze kleine bedrijven met hun lage volumes hier de ‘kost’ mee konden verdienen. Het zag er voor ons uit als het ideaalplaatje, maar we dachten altijd, ach, dit is voor ons niet te realiseren en zeker niet haalbaar, omdat dit voor ons kostenverhogend zou gaan werken.”
“We zaten in deze tijd ook al in tweestrijd”, vertelt Peter. “Uit economisch oogpunt moesten we groeien met onze dieraantallen om de kosten in de hand te kunnen houden, maar dat wilden wij eigenlijk helemaal niet. Luisterend naar ons hart en gevoel wilden we eigenlijk helemaal niet groeien, maar juist proberen een ander verdienmodel te ontwikkelen. We wilden in verhouding net zo klein blijven als al die mooie kleine bedrijven in de Italiaanse en Oostenrijkse regio’s. We zagen gelukkig dat inmiddels de bewustwording van de Nederlandse consument ook positief veranderde betreffende de keuzes van hun eten. We dachten en hoopten dat dit de tijd zou kunnen zijn om onze melk zelf te gaan verzuivelen tot kaas en yoghurt. Dit om ervoor te zorgen dat we extra inkomsten konden genereren en om bewust voor een compleet nieuwe en duurzame bedrijfsvoering te kiezen. Een bedrijfsvoering waarbij we niet hoeven te groeien betreft dieraantallen en dus ons kleine, maar fijne, concept konden behouden.”